Meldprotocol seksueel misbruik en ongewenst gedrag

Algemeen

Inleiding

Dit protocol beschrijft hoe je moet handelen bij situaties waarin sprake is van  (vermoedens van) seksueel misbruik of ongewenst gedrag (zoals pesten, discriminatie en/of gebruik van geweld) en hoe en bij wie deze gemeld worden.

Voor wie bedoeld

Het protocol biedt bescherming aan de melder/degenen die naar het protocol handelen, aan het vermoedelijke slachtoffer en aan degene die beschuldigd  wordt. Het protocol geeft ook een verplichting: te handelen op de vastgelegde manier.

Het protocol heeft betrekking op het contact tussen begeleiders (al diegenen die met kinderen/jongeren tot 16 jaar werken/in aanraking komen) en kinderen/jongeren en op grensoverschrijdende contacten tussen kinderen/jongeren onderling.

Klacht- of tuchtprocedure

Dit meldprotocol bevat tevens  een klachten- of tuchtprocedure welke in werking kan  worden gezet na een melding. Ook kan melding leiden tot aangifte wanneer er sprake is van een (vermoeden van een) strafbaar feit. Verder kan melding leiden tot (voorlopige) maatregelen ten opzichte van de beschuldigde.

Het bestuur van  Koninklijk Erkende Harmonie St. Cecilia Maasbracht is verantwoordelijk om op een zo zorgvuldig mogelijk en  objectieve wijze met elke melding om te gaan. Indien nodig zal het bestuur dan ook een beroep doen op in- of externe deskundigen.

Definities

Seksueel misbruik

Elke vorm van seksueel gedrag of seksuele toenadering, in verbale, non-verbale, digitale of fysieke zin, opzettelijk of onopzettelijk, die door de persoon die het ondergaat als ongewenst of gedwongen wordt ervaren;en/of plaatsvindt binnen een ongelijke machtsverhouding (volwassene-kind, hulpverlener-cliënt, leerkracht-leerling,trainer-pupil, leiding–jeugdlid, e.d.); en/of andere handelingen of gedragingen van een soortgelijke aard als die strafbaar zijn gesteld in het Wetboek van Strafrecht.

Als criterium kan worden gehanteerd: of het welzijn van het kind en zijn lichamelijke en psychische integriteit in het geding zijn. Gedragingen welke niet zijn toegestaan zijn onder andere:

  • alle seksuele contacten met kinderen tot 18 jaar;
  • een seksueel/erotisch geladen sfeer scheppen (ook via afbeeldingen, post, telefoon, sms, e-mail, internet);
  • intieme relaties tussen jeugdleden en begeleiders
  • ongewenste aanrakingen. 

Ongewenst gedrag/pesten

Ongewenst gedrag / Pesten is het systematische en langdurig uitoefenen van psychologisch of fysiek geweld door één of meerdere personen ten opzichte van één persoon, die niet (langer) in staat is zichzelf te verdedigen.

Ongewenst gedrag/pesten herken je onder andere aan de volgende kenmerken:

  • Het pesten gebeurd systematisch.
  • De macht is ongelijk verdeeld.
  • Het heeft een psychische of fysieke schade als gevolg.
  • De gepeste is niet weerbaar.
  • De bedoeling is om angst te veroorzaken of schade te berokkenen bij de gepeste.
  • Het is een universeel verschijnsel.

Bij pesten gaat het niet alleen om de ‘pester’ en de ‘gepeste’. De pester zorgt er namelijk voor dat anderen ook zullen mee pesten om bij de groep te horen. 

Verwachtingen ten aanzien van leden

Alle leden hebben een taak in het signaleren van (vermoedens van) seksueel misbruik en ongewenst gedrag. We verwachten dat zij niet alleen de grovere vormen serieus nemen, maar ook de zogenaamde ‘kleinere’ grensoverschrijdingen.

Deze komen het meest voor en zijn vaak een signaal voor een klimaat waarin ernstigere vormen meer kans kunnen krijgen.

Wanneer leden mildere vormen van grensoverschrijdend gedrag signaleert, verwachten we dat je de betreffende perso(o)n(en) daarop aanspreekt en corrigerend optreedt.

Voorlopige zwijgplicht na een melding

Naast de meldplicht geldt een voorlopige zwijgplicht voor het bestuur, de vertrouwenscommissie, de melder en leden binnen de organisatie ten opzichte van derden. Natuurlijk kunnen deze betrokkenen zich wel uiten bij de vertrouwenspersoon. Een voorlopige zwijgplicht is nodig zodat er niet meer personen bij een zaak worden betrokken dan voor een zorgvuldige behandeling noodzakelijk is. Er moet worden voorkomen dat geruchten ontstaan en iemand al bij voorbaat als ‘schuldig’ wordt bestempeld. De zwijgplicht is ook belangrijk om te zorgen dat een eventuele strafrechtelijke procedure niet wordt belemmerd.

Hoe te handelen bij vermoedens of feiten rond seksueel misbruik / ongewenst gedrag.

Doen

  • Zorg voor de veiligheid van het kind/de jongere.
  • Als je iemand op heterdaad betrapt:
    • laat het slachtoffer niet alleen;
    • meld het onmiddellijk aan de vertrouwenspersoon
    • als de situatie bedreigend is: bel 112 zodat de politie kan ingrijpen;
    • laat de toestand zoveel mogelijk onaangeroerd in verband met eventueel sporenonderzoek.
    • Bel de zedenpolitie (112), meld waarover het gaat en vraag om instructies.
  • Stel zo weinig mogelijk vragen. Luister en stel het kind op zijn/haar gemak.
  • Schrijf alles zo letterlijk en feitelijk mogelijk op, ook de vragen die je hebt gesteld.
  • Vertel dat je verplicht bent het verhaal aan de vertrouwensperso(o)n(en) c.q. de vertrouwenscommissie te melden, maar dat er geen stappen buiten medeweten van het slachtoffer om worden genomen.
  • Meld het vermoeden direct bij de vertrouwenspersoon.
  • Verwijs de persoon desgewenst naar een vertrouwenspersoon.
  • Blijf beschikbaar voor het kind/de jongere en blijf de normale begeleiding bieden.

Laten

  • Handel nooit op eigen houtje!
  • Hoor het vermoedelijke slachtoffer niet uit. Het uithoren van het vermoedelijke

slachtoffer en/of het spreken met contactpersonen van het vermoedelijke slachtoffer kan een eventueel juridisch traject verstoren.

  • Het is niet aan de leden om aan waarheidsvinding te doen!
  • Neem bij een vermoeden nooit zelf contact op met de vermoedelijke pleger. De beste manier om het misbruik te stoppen en aan te pakken, is een objectief en een officieel onderzoek.
  • denk aan de (voorlopige) zwijgplicht!
  • Beloof nooit geheimhouding, ook niet wanneer een slachtoffer erom vraagt.

Klacht- tuchtprocedure

Melding bij vertrouwensperso(o)n(en)

Iedereen die seksueel misbruik vermoedt, of erover hoort, is verplicht dit te melden bij de vertrouwensperso(o)n(en) welke door het bestuur wordt/worden aangewezen en welke perso(o)n(en) ook als zodanig binnen de vereniging bekend is/zijn. Ook wanneer leden twijfelen over de ernst of het terecht zijn van een vermoeden, geldt een consultatieplicht bij een vertrouwensperso(o)n(en) die zij om advies kunnen vragen.

De meldplicht overstijgt alle andere belangen die in het geding zouden kunnen zijn, zoals de wens tot geheimhouding bij het slachtoffer. Het is niet aan leden om aan waarheids- vinding te doen, dit kan een eventueel juridisch traject verstoren.

Let wel: een melding is géén beschuldiging!

Vertrouwenscommissie

Na een melding bij de vertrouwenspersoon zal deze de vertrouwenscommissie (bestaande uit in ieder geval de vertrouwensperso(o)n(en) en een lid van het bestuur) bij elkaar roepen. Door deze commissie wordt zorgvuldig en objectief onderzocht wat er aan de hand is. Er is oog voor zowel de privacy en belangen van het vermoedelijke slachtoffer als die van de beschuldigde. De vertrouwenscommissie laat zich desgewenst adviseren door (externe) deskundigen c.q. meldt eventueel anoniem de klacht bij de politie om daar advies in het winnen over verdere handelwijzen.

De handelswijzen kunnen zijn:

  • gesprek met beschuldigde;
  • informatief gesprek met de politie;
  • instellen calamiteitenteam;
  • in gang zetten meldprocedure;
  • aangifte bij politie;
  • voorlopige maatregelen t.a.v. de vermoedelijke pleger/beschuldigde;
  • veiligstellen en opvang van het slachtoffer;
  • informatie aan betrokkenen;
  • nazorg.

Consequenties

Enkel indien het seksueel misbruik c.q. ongewenst gedrag/pesten onomstotelijk is komen vast te staan, is het aan het aan het bestuur (op advies van de vertrouwenscommissie) om acties te ondernemen richting de pleger. Deze acties kunnen bestaan uit:

  • Schorsing
  • Royement

Vertrouwenspersonen:

Algemeen: Esther Golsteijn
Harmonie: Ina Meering
Jeugdharmonie: Mariëlle Levels
Opleiding: Nanda Meering